Mon cher Ferrier,

Ik schrijf u vanuit Franeker -in het noordelijk deel der Nederlanden- alwaar ik in alle rust aan ons ‘lenzenproject’ hoop te werken. Drie maanden geleden –in april- heb ik mij hier als student ingeschreven aan de academie. Niet dat ik nu van plan ben mij hier als een ‘schoolse leerling’ op te stellen… Maar op deze wijze geniet ik een gunstige vrijstelling van bier-accijns.

Ik heb mijn intrek genomen in een petit chateau net buiten de stad, omgeven door een gracht. Daar kan ik in alle rust werken. Hinderlijke pottenkijkers en de ergerlijke afleiding van sociale verplichtingen –zoals ik die eerder in Parijs wel had- zijn hier volkomen absent. Bovendien: De eigenaar van het chateau is –en dat is bijzonder in dit land- katholiek. Voor het lezen van de mis maak ik dan ook geregeld gebruik van zijn privé-kapel.

Ik hoop van harte op uw komst, opdat wij sámen aan de telescoop zullen werken en wij eindelijk kunnen vaststellen of er al dan niet dierlijk leven is op de maan… Indien u komt, zal ik een kok inhuren die excelent Frans eten kan bereiden. Breng s’il vous plaît ook een veldbed voor mij mee. Want de bedden hier zijn abominable.

PS
Geef aan niemand mijn adres! De rust die ik hier geniet is mij veel waard.