8. De knieval van Rembrandt
Over Johannes Maccovius (1588-1644)
Johannes Maccovius (1588-1644) is een Poolse theoloog. In 1615 wordt hij hoogleraar aan de Franeker universiteit. Maccovius raakt berucht vanwege zijn drankgebruik en bordeelbezoek. Ook de felheid waarmee hij wetenschappelijke discussies voert maakt hem niet erg geliefd bij zijn collega’s. Na een paar jaar trouwt Maccovius met Antje van Uylenburgh. Als Antje ziek wordt, komt haar zuster Saskia haar verzorgen. En wanneer Antje overlijdt, blijft Saskia nog een half jaar om het huishouden voor haar zwager te doen. In juni 1634 vertrekt Saskia weer uit Franeker. Zij trouwt dan met haar verloofde Rembrandt van Rijn.
We weten niet of Rembrandt ooit in Franeker is geweest. Ook weten we niet hoe het contact tussen de twee zwagers is geweest.
De Franeker huwelijkstoost
Het is 21 juni 1634, kwart voor tien ‘s ochtends. Voor de professorenwoning aan de Schilkampen houdt een rijtuig stil. Een jonge man van bijna dertig jaar stapt uit. Hij heeft een zelfverzekerde houding. Hij kijkt naar het water in het grachtje en naar het licht op de gevels. Het wordt een prachtige dag. Dan strijkt hij zijn kleren recht en loopt hij doelgericht naar de voordeur met het stervormige bovenlicht.
Op het geluid van de bel komt een dienstbode naar de deur. Zij gaat de gast voor naar de studeerkamer. Daar wordt hij hartelijk ontvangen door professor Johannes Maccovius: ‘Herzlich wilkommen!’ De Poolse theoloog woont al 21 jaar in Franeker, maar hij spreekt nog altijd geen woord Nederlands.
‘Hoe was uw reis? Niet te vermoeiend hoop ik?.. Kom! Ga zitten, dan schenk ik wat in.’ De jonge man neemt plaats in een gemakkelijke stoel en de hoogleraar haalt de kruik met brandewijn tevoorschijn. Met twee volle glazen komt hij terug: ‘Laten wij toosten op morgen.. Op uw huwelijk! Vandaag zijn wij vrienden.. Morgen zijn wij familie!’ In één teug leegt de geleerde zijn glas.
Maar dan gaat de deur open: ‘Zijn jullie nou helemaal belazerd?!’
Na hen beiden opnieuw ingeschonken te hebben, vervolgt de gastheer: ‘Ik wens u beiden alle goeds! Maar u moet ook weten dat ik uw verloofde met verdriet laat gaan.. Het afgelopen half jaar is zij mij een grote hulp en steun geweest. Na de dood van haar zus –mijn arme vrouw- heeft zij hier het huishouden op werkelijk geweldige wijze geregeld!’ Voor een derde keer vult de professor de glazen. ‘Op Saskia! ..Dat íedere theoloog en íedere kunstenaar maar zo’n geweldige vrouw mag vinden.. Proost!’ De glazen gaan weer in één teug leeg.
De stemming zit er nu goed in en Maccovius zal de glazen juist voor de vierde keer vullen. Maar dan gaat de deur open: ‘Zijn jullie nou helemaal belazerd?!’ Een vrouw van begin 20, komt boos het vertrek binnen. Ze heeft een zacht en open gezicht. Maar door de felle blik in haar ogen valt dat niet gelijk op. ‘Een mooie verloofde ben jij! Je zou mij komen ophalen! Maar in plaats daarvan zit meneer hier nu met zijn zwager te zuipen! Als je nog wilt dat er morgen een trouwerij is Rembrandt, dan help je mij nú met het inladen van mijn koffers!’
Deutsch
8. Der Kniefall von Rembrandt
Johannes Maccovius (1588–1644) war ein polnischer Theologe. 1615 wurde er Professor an Franekers Akademie. Es gab Gerüchte über Alkoholmissbrauch bei Maccovius. Bei seinen Studenten war er beliebt, jedoch weniger bei seinen Kollegen, da er heftige wissenschaftliche Diskussionen führte. Nach einigen Jahren heiratete Maccovius Antje van Uylenburgh. Als Antje krank wurde, kam ihre Schwester Saskia, um sich um sie zu kümmern. Und als Antje starb, blieb sie noch ein halbes Jahr, um den Haushalt für ihren Schwager zu führen.
Im Juni 1634 verließ Saskia Franeker wieder. Anschließend heiratete sie in Sint Annaparochie ihren Verlobten Rembrandt van Rijn. Wir wissen nicht, ob Rembrandt jemals in Franeker war. Wir wissen auch nicht, wie der Kontakt zwischen den beiden Schwägern war.
ENGLISH
8. Rembrandt on his knee
The Polish theologian Johannes Maccovius (1588-1644) became professor at the Franeker Academy in 1615. There were rumours about the alcohol abuse of Maccovius. He was popular with his students, but less so with his colleagues, because of the fierceness of his scientific discussions. A few years after his move to Franeker, Maccovius married Antje van Uylenburgh. When she fell ill, her sister Saskia came down to take care of her. And when Antje died, Saskia staid for another six months at het brother-in-law, to do the housework. In June 1634 Saskia left Franeker for Sint Annaparochie, to marry her fiancée, Rembrandt van Rijn. We are not certain if Rembrandt ever visited Franeker. Nor do we know the details of the contact between the two brothers-in-law.
A nice story about Eisinga and the students mentions him giving a lecture behind his house one evening. When he walked away to get something, the students quickly sawed a small piece off the legs of his stool. After he returned, Eise soon realized this, but he did not say anything. He only commented dryly: ‘Apparently the sky has risen. Or else the earth has fallen’.